Tekeningen
Er zijn bijna geen beelden van werkende kinderen uit de slaventijd.
Deze tekening van Th. Bray van een suikerrietmolen uit 1850 is een van de weinige. Van het afgebeelde kind weten we niets. Via een zeldzame andere bron leren we iets van de hardheid van het werk dat dit kind moest doen.
De 16-jarige Carl K. van plantage Molhoop kwam met zijn hand in de molen. Hij stierf aan de gevolgen.



Op deze tekening van Th. Bray, Plantaadje directeur met huismeid en huisjongen uit 1850 zien we ook een huisslaaf aan het werk. Hij geeft vuur aan de slavenhouder. Die doet niets. Of kijkt hij met een schuin oog naar de huisslavin?




Een van de weinig kinderen uit de historische slavernij waar we een naam én een gezicht van kennen was Joanna. Misschien was zij volgens de maatstaven uit die tijd trouwens niet eens een kind. Nu zou het wel zo zijn, want de algemende norm is nu 18 jaar. Vroeger varieerde de norm: een kind was volwassen met 12, 14 of 16 jaar.

Joanna was huisslavin in Paramaribo bij de familie Demmely. Op een dag kwam legerkapitein John Stedman daar op visite. John zag Joanna, was op slag verliefd en hij maakte een tekening van haar. Joanna was toen vijftien jaar. 

John Stedman was speciaal naar Suriname gereisd om te strijden tegen slaven die gevlucht waren van de plantages en in oerwouden eigen dorpen bouwden. Plantagehouders waren bang voor hun aanvallen en wilden voorkomen dat andere slaven ook in verzet zouden komen.

Of Joanna ook verliefd was? Stedman dacht van wel. Joanna en hij kregen in ieder geval een zoon, Johnny. Ze woonden samen tot het voor Stedman tijd was om terug te keren naar Europa.  Joanna ging niet mee, zijn jonge slaaf Quaco wel.